Retail vastgoedsector verkent maatschappelijke thema’s op Kern jaarcongres
De maatschappelijke rol van winkelgebieden is een onderwerp waar de partijen in het winkelvastgoed hun meerwaarde kunnen bieden. Tijdens het Kern Jaarcongres werd dit thema van verschillende kanten belicht. Boris van der Gijp, voorzitter van Kern, benoemde in zijn inleiding al de veranderende functies van zowel winkels als winkelgebieden. Deze transitie biedt kansen om ook de maatschappelijke meerwaarde een prominentere plek te geven.
Deze dag komt vooral de term ‘ESG’ veel aan bod. Dit staat voor Environmental, Social en Governance; oftewel maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar dan ingebed in kaders die kan worden ingezet om de inspanningen meetbaar te maken.
Na afloop van de bijeenkomst werd ook de Kern Jaarprijs 2024 uitgereikt. Benieuwd wie de winnaar werd?

Ontwerpkeuzes zorgen voor maatschappelijke meerwaarde
De bijeenkomst vond plaats in het Depotgebouw van Boymans van Beuningen in Rotterdam. Arjan Ketting van ontwerpbureau MVDRV sprak over de impact van dit nieuwe gebouw op de parkachtige omgeving. Bij de start van dit project ondervond men veel weerstand. Door te kiezen voor een ontwerp waarin de parkachtige omgeving werd gerespecteerd ontstond er een gebouw waar de Rotterdammers nu trots op zijn. De vloeroppervlakte werd beperkt gehouden door de speciale vorm. Daardoor hoefde er minder groene ruimte worden opgeofferd. Vooral de spiegelwanden zijn iconisch. Zij weerspiegelen het groene museumpark waardoor de visuele beleving toch gericht is op het groen in de omgeving. Tot slot werd er op het dag van het gebouw een compleet bos gerealiseerd; met plantensoorten die in het park thuis horen.
Meer informatie: //www.mvrdv.com/
Samenwerken als succesfactor in Den Haag
Vanuit de zaal op de bovenste verdieping van het Depot zag je in de verte de skyline van Den Haag. Daar kwam de tweede spreker vandaan; Rick Zijderveld van de gemeente Den Haag. Een van zijn (sociale) thema’s was de rol van de auto’s in de binnenstad. Slechts 10% van de winkelbezoekers aan Den Haag blijkt met de auto te komen. Voor hen zijn o.a. 7000 parkeerplekken beschikbaar. De rol van de automobiliteit wordt in een bredere context geplaatst door het Haagse karakter centraal te stellen in de ontwikkelplannen, die in samenwerking met de private sector (pps constructie) en met participatie van diverse stakeholders werden gerealiseerd. Zijderveld gaf een toelichting op de zes sfeergebieden (doelgroepen) die werden ontwikkeld. Om méér mogelijk te maken binnen de schaarse ruimte kijkt de gemeente ook nadrukkelijk omhoog. Activiteiten worden niet alleen op de begane grond gepland, maar waar mogelijk worden ook verdiepingen en daken ingezet om voorzieningen een plek te geven.
Ook de wisselwerking tussen de Haagse binnenstad en het nieuwe winkelgebied Mall of the Netherlands kwam ook nog ter sprake. Zijderveld zette daarvoor zijn pet op van ‘Ambassadeur winkelgebieden voor de provincie Zuid-Holland’. Hebben de winkels in Den Haag last gehad van de komst van Westfield Mall of the Netherlands? Zijderveld: “Ja! Vooral in het eerste jaar. Veel mensen waren nieuwsgierig naar dit nieuwe fenomeen. Het was meteen ook een wake up call voor de winkeliers en andere betrokken partijen in de Haagse binnenstad. Zij werden uitgedaagd om een stapje extra te zetten. Dat heeft geleid tot een versnelling van het Haagse binnenstadplan.”
Meer informatie: www.binnenstaddenhaag.nl

Obesitas en het fastfood-aanbod
Wie de ontwikkelingen in de retailsector bespreekt, zal niet zo snel terecht komen op het onderwerp ‘obesitas’. Toch spelen winkelgebieden ook hierin een rol, bepleit Ernest van der Voort van Vooruit Met De Geit. (VMDG) : “De nadrukkelijk aanwezige fastfood in de winkelstraten is een probleem aan het worden. De mens is er op gebouwd om vaak aan eten te denken en is eigenlijk weerloos tegen zoveel marketinggeweld voor ongezond eten. Overgewicht is in Nederland een groot probleem aan het worden. Het past in een ESG beleid van een winkelgebied om ook aan dit onderwerp aandacht te besteden. De laagdrempelige verkrijgbaarheid van ongezonde snacks kan worden verbeterd door het minder aan te bieden of door de aanbieders te motiveren om gezondere producten te bieden.”
Meer informatie: //vooruitmetdegeit.nl
Footprint en handprint van de retailsector
Wouter Staal is oprichter van The Yoghurt Barn; een bedrijf dat er op gericht is om een sociale impact te maken. Helaas heeft zijn foodketen de coronacrisis niet overleefd. Zijn ideeën over gezonde voeding (en andere producten en diensten) uit duurzame bronnen zijn nog altijd springlevend en ondergebracht in zijn nieuwe bedrijf ‘Climates’. Staal helpt bedrijven bij het streven om aan ESG standaarden te voldoen. Daarbij is het van belang dat bedrijven verder kijken dan hun eigen impact. Hij beschrijft dat door drie cirkels te schetsen. In de binnenste cirkel kijk je alleen naar je eigen productieproces. De tweede cirkel betrekt ook de middelen die direct nodig zijn voor de bedrijfsuitoefening. De derde en buitenste cirkel kijkt naar de totale toeleveringsketen van je bedrijf. Deze is het lastigst te monitoren en te controleren, maar is bij bedrijven gemiddeld wel verantwoordelijk voor 98% van de ecologische footprint. Kijk overigens niet alleen naar je footprint (= negatief), maar ook naar je handprint (wat je kunt doen om een positieve bijdrage te leveren.) Staal pleit voor een beprijzings- en beloningsconcept voor de verhuur van retailvastgoed waarbij de ESG normen een rol spelen.
Meer informatie: //www.linkedin.com/in/wouterstaal/
Vastgoedontwikkeling met de menselijke maat
Het verhaal van De Ridderhof in Alphen aan de Rijn is, naast een knap staaltje ‘samenwerking’ ook best een aangrijpende case. De Ridderhof werd in 2011 opgeschrikt door een schietpartij waarbij 6 mensen om het leven kwamen. Het blijkt een traumatische ervaring voor zowel winkeliers als bezoekers aan het winkelcentrum. Josephine Feilzer (AT Capital), Michiel Postma (Schroders Capital) en Caspar Wortman (Ovidius) vertellen hoe zij samen met de VVE het winkelgebied een nieuwe start hebben gegeven.
Het oude winkelcentrum had niet bepaald een aantrekkelijke uitstraling en was van buitenaf slecht herkenbaar en lastig toegankelijk. Ook lag er een opgave om het aantal vierkante meters in te perken. Doordat veel winkeliers eigenaar waren van hun eigen vastgoed, met Hoogvliet als dominante speler, was een transitieproces in overeenstemming met de VVE een lastige zaak. Toch voelden gelukkig de meeste eigenaren wel de noodzaak tot veranderen. In het plan zat o.a. de afbraak van een vleugel van het winkelgebied; het verbeteren van de entree en het herverkavelen van winkelruimtes. De gemeente was oorspronkelijk niet van plan om financieel bij te dragen maar werd in het verloop van het proces toch bij de plannen betrokken.
Wat resulteert is een mooi vernieuwd winkelcentrum, met een aantrekkelijke uitstraling waar mensen graag weer samen komen. Het verhoogde dak laat meer daglicht binnen en de entrees nodigen uit om binnen te komen. Een monument op de stoep voor het winkelcentrum is een blijvende herinnering aan de vreselijke gebeurtenis op 9 april 2011. Conclusie: “Dit was geen project voor ons met een grote commerciële waarde, maar wel een die heel veel voldoening geeft.”
Meer informatie:
