Hoog blijvende inflatie is slecht nieuws voor de economie
De Nederlandse Bank (DNB) neemt nog altijd maatregelen om de inflatie weer terug in het gareel te krijgen; maar de gewenste 2% inflatie is nog (lang) niet in zicht. De hoge inflatie heeft dalende consumentenbestedingen tot gevolg. De oplopende rente zet een rem op investeringen en het bedrijfsresultaat. Retailvastgoed ondervindt verschillende gevolgen.
DNB publiceerde vandaag het rapport: ‘Economische Ontwikkelingen en Vooruitzichten’ (EOV), waarin de strijd tegen de te hoge inflatie de boventoon voert. De inflatie neemt mede door de afkoeling van de economie af, maar blijft met 4,2% te hoog. Zorgwekkend is dat de onderliggende kerninflatie – waarin prijsstijgingen voor energie en voeding niet zijn meegenomen – dit jaar stijgt naar 6,8%.
Vooral de kerninflatie is hardnekkiger dan verwacht en ligt inmiddels boven de totale inflatie (waarbij ook energie en voedingsprijzen meetellen). DNB raamt de kerninflatie in Nederland dit jaar op 6,8%, volgend jaar op 3,6% en in 2025 nog altijd op 2,8%.
Rem op de economische groei
Door de hogere energieprijzen en de doorwerking daarvan in de prijzen van vrijwel alle goederen en diensten verliezen huishoudens koopkracht en besteden ze minder. Dat remt de economie af. Daarnaast groeit de Nederlandse export minder hard door de terugval van de wereldhandel. Om de hard gestegen inflatie de kop in te drukken, verhoogden centrale banken wereldwijd de rente. Dit remt de economie af, doordat de hogere rente de investeringen van bedrijven drukt en de woningmarkt afkoelt. De Nederlandse huizenprijzen dalen dit jaar met 5,1% en volgend jaar met nog eens 3,8%, waarna in 2025 weer een kleine plus volgt. De verwachting is dat de huizenprijzen in 2025 uiteindelijk zo’n 10% zijn gedaald ten opzichte van de piek in de zomer van 2022.
Stop het ‘haasje over’ effect
DNB heeft het rente-instrument niet zelf in hadden, maar is daarvoor afhankelijk van de Europese Centrale Bank (ECB) die inmiddels al meerdere renteverhogingen heeft doorgevoerd om de inflatie te beteugelen. De inflatie in Nederland is hoger dan in andere eurolanden. Ook zijn de prijsstijgingen in Nederland breder verspreid over producten en diensten dan in andere landen. Dit is een teken dat de Nederlandse economie meer oververhit is dan in de rest van de eurozone.
De loon-prijsspiraal is een risico voor verder oplopende inflatie. DNB maant dan ook overheden, werkgevers en werknemers om elkaar te ondersteunen. Loononderhandelingen spelen daarbij een belangrijke rol. De uitkomst daarvan is afhankelijk van sector- en bedrijfsspecifieke omstandigheden, waarbij ook arbeidsmarktkrapte een rol speelt. Om te voorkomen dat het economische aanpassingsproces leidt tot een haasje-over-dynamiek die de inflatie verder versterkt, is het zaak dat bedrijven en vakbonden tot een beheerste groei van winsten en lonen komen.
Bron en meer informatie: www.dnb.nl
Winkelgebieden
Winkelgebieden worden door de hoge inflatie (en daarop volgende maatregelen) op diverse manieren geraakt:
- Veel vastgoedpartijen hebben een compensatie voor inflatie in hun huurcontracten staan. Dat betekent dat de huren voor o.a. retailvastgoed automatisch stijgen bij een oplopende inflatie.
- Het rendement van vastgoedinvesteringen is sterk gekoppeld aan de rente. De kosten op het vreemd vermogen nemen toe en investeerders zien de vergoedingen op hun spaarvermogen toenemen.
- De retailers krijgen te maken met teruglopende bestedingen; zeker als je het bekijkt in volume van de aankopen. De totale waarde van de aankopen is onderhevig aan inflatie en daardoor niet goed van jaar op jaar te vergelijken.
